Het is je misschien opgevallen dat ik op deze site veel dingen vrijgegeven heb onder de CC0. Bijvoorbeeld, het lettertype Blob en enkele programma’s voor op grafische rekenmachines. Dit betekent feitelijk dat iedereen ermee kan doen wat hij maar wil: je kunt ze gebruiken, verkopen, mijn naam erafhalen en doen alsof je ze zelf gemaakt hebt (alhoewel dat nogal onaardig zou zijn), enzovoorts. In dit artikel wil ik uitleggen waarom ik dat doe.
De eerste vraag is: waarom maak ik dingen überhaupt vrij beschikbaar? Ten eerste vraag ik me sterk af of iemand zou betalen voor de dingen op deze site. Ten tweede ben ik voorstander van het vrijelijk delen van dingen, en dan met name software. Kijk bijvoorbeeld naar deze website: die is gemaakt met vrije, open-bron-software (nanoc), en waarschijnlijk bekijk je hem momenteel met een vrije, open-bron-webbrowser. (Of gebruik je soms Internet Explorer? Zucht.) Het lijkt me niet meer dan eerlijk om mijn eigen dingen ook vrij toegankelijk te maken. Bovendien, als je geld vraagt voor iets, dan verwachten mensen dat ze ook perfect werken. (Of gebruik je soms Windows? Zucht.) Ik wil die garantie niet geven voor de dingen op deze site.
Goed, dus ik wil dingen sowieso vrij beschikbaar maken. Dan kan dat onder een licentie die mensen verbiedt om het te verkopen (geen commercieel gebruik) of om te zeggen dat zij het hebben gemaakt (verplichte bronvermelding). Maar ga ik in de praktijk het internet afzoeken naar licentie-overtredingen, en beleefde (of minder beleefde) brieven sturen naar mensen die mijn dingen wel verkopen? Nee, dat zou ik alleen doen voor dingen die ik belangrijk vind, bijvoorbeeld omdat ik er veel moeite in heb gestoken. Voor de meeste dingen die ik online zet, maakt het me niet echt uit, en dus kan ik ze net zo goed vrijgeven onder de CC0.
Samengevat: ik gebruik alleen strengere licenties (CC-BY-SA, GPL, enzovoorts) als ik zoveel moeite in iets heb gestoken, dat ik het vervelend zou vinden als iemand het zou gebruiken zonder mij als auteur te vermelden. Voor andere dingen gebruik ik gewoon CC0 — dat scheelt een hoop gedoe.